Zwanger voor een Ander

Stichting voor draagmoederschap

Ga terug

Tweede Kamer roept op tot haast met wetgeving rond draagmoederschap

Laatst bewerkt op: 22 dagen geleden

Vandaag heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen die Staatssecretaris van Rechtsbescherming Teun Struycken (NSC) oproept om nu snel duidelijk te maken welke kant hij op wil met het wetsvoorstel ‘Kind, draagmoederschap en afstamming’. De Kamer vraagt de staatssecretaris om op korte termijn antwoord te geven op de vragen die bijna anderhalf jaar geleden zijn gesteld over de nieuwe wet. De aangenomen motie, ingediend door Ingrid Michon-Derkzen (VVD), roept op om voor 1 juli 2025 deze zogenoemde ‘nota naar aanleiding van het verslag’ naar de Kamer te sturen. Ook als de Staatssecretaris nog wijzigingen in de conceptwet wil voorstellen, moet hij dit voor 1 juli doen. De motie werd mede ondertekend door de leden Joost Sneller (D66) en Michiel van Nispen (SP).

Stichting Zwanger voor een Ander is verheugd over deze stap, en hoopt dat hiermee de broodnodige wetgeving en daaruit volgende juridische zekerheid voor kinderen, draagmoeders en (wens)ouders weer een stap dichterbij is gekomen. Eerder riep stichting Zwanger voor een Ander al samen met stichting Meer dan Gewenst en Stichting MRKH op om haast te maken met de wet.

Tijdens de stemmingen van 8 april werd de motie met een ruime meerderheid aangenomen. Voor de motie stemden SP, GroenLinks-PvdA, Partij voor de Dieren, DENK, Volt, D66, VVD, Forum voor Democratie, JA21 en de PVV, samen goed voor driekwart van de Kamer. De volledige tekst van de aangenomen motie luidt als volgt:

“De Kamer, gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Wet kind, draagmoederschap en afstamming tot doel heeft om kinderen, draagmoeders en wensouders beter te beschermen en daarnaast het recht van kinderen op informatie over hun afstamming te versterken;

constaterende dat deze wet ook kinderhandel en uitbuiting van draagmoeders zo veel mogelijk effectief beoogt tegen te gaan;

overwegende dat er verslag is uitgebracht en de Kamer inmiddels al ruim zeventien maanden wacht op de beantwoording van de gestelde vragen;

verzoekt de regering de nota naar aanleiding van het verslag en een eventuele nota van wijziging zo snel mogelijk maar uiterlijk op 1 juli 2025 naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.”

Ga terug